woensdag 16 juni 2010

Vaarwel

Na drie maanden neem ik afscheid...

Vaarwel Chaos, vaarwel 30 graden Celsius, vaarwel smog, vaarwel palmbomen, vaarwel traffic jam, vaarwel nasi goreng seafood, vaarwel links rijdend verkeer, vaarwel Eastern Promise bar, vaarwel straatkinderen, vaarwel saté kambing, vaarwel corruptie, vaarwel Blue Bird taxi's, vaarwel inefficiëntie, vaarwel lui makende service, vaarwel tropische eilanden, vaarwel diarree, vaarwel 'mister misterr', vaarwel goedkope restaurantjes, vaarwel slenteren, vaarwel kokosnoten, vaarwel onbetrouwbaar internet, vaarwel koraal riffen, vaarwel rotte smoelen, vaarwel verse vruchtensapjes, vaarwel slechte hygiëne, vaarwel winkelmalls, vaarwel moslims, vaarwel Bintang, vaarwel tegenstrijdigheden,
vaarwel Jakarta.

...En keer ik huiswaarts.

Welkom structuur, welkom regen, welkom verkeersregels, welkom boerenkool met worst, welkom Albert Hein, welkom benzineprijzen, welkom haring, welkom van 9 tot 5, welkom efficiëntie, welkom bureaucratie, welkom 100Mbit internet, welkom bekrompenheid, welkom drinkbaar kraanwater, welkom verse groenten, welkom vrienden en familie,
welkom Nederland.


vrijdag 4 juni 2010

Trip Report: Yogja

Yogjakarta, ook wel Yogja, staat bekend als de culturele hoofdstad van Java. Met zowel Indonesië’s grootste Hindoeïstische als Boeddhistische tempels in zijn contreien is deze stad zeker een weekendtrip waard. So we did.

Wat als eerste opviel is de afwezigheid van hoogbouw in Yogjakarta. Wat betreft de scooters, chaos en vervallen panden zijn de verschillen met grote broer Jakarta desondanks klein en om eerlijk te zijn had ik meer uiterlijk schoon verwacht in deze stad.


Naast functie als spiritueel en cultureel middelpunt bied Yogja tevens onderdak aan de sultan van Indonesië. Vergelijkbaar met onze Oranjes wordt deze royale status van de ouders geërfd. Echter wordt niet de eerst geborenen maar de eerste zoon van de eerste vrouw de nieuwe sultan. Hoewel de huidige sultan zich beperkt tot de monogamie hebben zijn voorvaderen hun voorrechten beter benut. Zo had de 8e sultan ‘slechts’ vijftig vrouwen waarbij hij een luttele tachtig koters verwekte. Ter vermaak was er voor de sultans familie een waterpaleis een soort voorganger van Tropicana met een bad voor zijn kinderen, een bad voor zijn vrouwen en een bad voor de sultan zelf samen met zijn ‘vrouw van de dag’. Om geen van zijn vrouwen te kort te laten komen werd deze dagelijks gekozen door een bloem in het bad van de vrouwen te werpen. Wie de bloem bemachtigde kon rekenen op de sultans aandacht. Een bijzonder tactvolle wijze om de fitste vrouwen te selecteren zonder te hoeven kiezen.



Net buiten Yogja vind je de Prambanan, dit hinduïstische tempelcomplex werd in de 9e eeuw gebouwd en bestond uit 230 losse tempels variërend in grootte die zonder cement van lavastenen zijn gebouwd. Om ervoor te zorgen dat de boel niet instortte werd er gebruik gemaakt van ‘stone-interlocking’, de voorganger van Duplo dus. Helaas bleek deze constructie niet bestand te zijn tegen de aardbeving die in de 16e eeuw een eind maakte aan deze kolossen. Eind 19e eeuw is een puzzle-graage Hollander er eens voor gaan zitten en anno 2010 zijn de zes grote tempels en twee kleine herbouwd, met cement deze keer.

Ook de Borobudur ligt
in de Yogja-regio en dit Boeddhistisch meesterwerk behoorde ooit tot de zeven wereldwonderen. Uit twee miljoen lavastenen werd dit gevaarte in de 8e eeuw op een heuvel gebouwd. Ook hier werd het Duplo-systeem gehanteerd waardoor het ten onder ging tijdens de zelfde aardbeving.


vrijdag 28 mei 2010

Trip Report: Bali


Na twee verbazende maanden tussen de Indonesiërs was ik hard toe aan een beetje ontspanning. Niet dat ons rooster nu teveel van ons vraagt maar, zoals ik eerder heb laten vallen, behoort organiseren niet tot de kern kwaliteiten van de bevolking. Dat betekend dat het veel moeite, tijd, energie en nog meer moeite kost om zaken geregeld te krijgen. Tien dagen in het verwesterde Bali kwam als een welkome onderbreking.


Al langere tijd wilde ik mijn duikbrevet, ook bekend als “PADI open water diver certificate”, bemachtigen. Omdat de Balineese wateren net íetsje blauwer zijn dan thuis leek mij dit een geschikte gelegenheid. Om deze queeste te volbrengen reisde ik af naar het dorpje Padang Bai dat met zijn oostelijke ligging op Bali dicht bij de beste duiklokaties gepositioneerd is. Het dorpje fungeert naast duikcentrum ook als doorreis plaats naar Lombok en de Gili eilanden. Het tempo in Padang Bai ligt laag en vanwege deze layed back mindset blijven reizigers dikwijls langer hangen dan gepland. Sommigen zijn nooit meer weg gegaan en zijn hun eigen restaurantje, jeugdherberg of duikschool begonnen. Zo gold dit ook voor de eigenaars van de duikschool waar ik mijn lessen nam.


Onder begeleiding van een lokale duikguru die in zijn leven waarschijnlijk meer uren onder water dan in zijn bed heeft doorgebracht en mij tijdens duiken op alles attendeerde dat enige gelijkenis met een vrouwenlichaam bezat, zweefde ik door een andere wereld. Meters grote manta roggen, een gezonken met koraal begroeid US mariene schip, driftdives langs bergwanden en Nemo die zijn anemoon verdedigt.
.
Hoewel duiken geen goedkope hobby is bleek iedere euro, dollar of roepia wel besteed. Zij die weleens het gewichtloze bubbelen hebben ervaren weten waarover ik spreek, de rest kan ik het alleen maar aanraden. Of het komt door de prachtige Finding Nemo scènes, het gevoel van driedimensionale vrijheid of het optreden van de stikstofnarcose (lachgas dat je bloed in treed onder waterdruk), de ervaring bracht een euforische sensatie die ik nooit zal vergeten.

Na zes dagen vertrok ik voldaan en met duikbrevet in de broekzak richting het zuiden van Bali. Onbelemmerd door andere eilanden kunnen daar de golven ongestoord het strand op rollen en dat betekend: Surfen.
Hiervoor verbleef ik in Seminyak een upclass badplaatsje tegen het bekendere en overbevolkte Kuta aan. Desondanks was het er druk en hectisch ten opzichte van het relaxte Padang Bai. Kroegen, clubs, restaurants, souvenirkraampjes en surfshops gecombineerd met bijbehorende opdringerige verkopers vullen de overvolle straten van zuidelijk Bali. Wie met vrienden op zoek is naar bier en sensatie kan hier goed terecht maar wie het echte Bali wil ervaren moet hier zeker niet te lang blijven hangen. Voor mijn doeleinde voldeed de setting echter prima: Voor nog geen tientje lig je de hele dag op een plank in een branding die doet denken aan de Franse Atlantique met constantere golven en een zeer vriendelijke watertemperatuur.



Aangebruind, opgefrist en uitgerust vlieg ik terug naar Jakarta waar nog vier weken chaos en inefficiëntie op mij wachtten. Bring it on.

vrijdag 21 mei 2010

Cultuurshock van de dag:

Katten zonder staart:
Je ziet de staartloze scharminkels overal rond zwerven. Men beweert dat het een genetische afwijking is maar ik denk dat ik het geheim achter de goedkope satéetjes heb ontrafeld.

maandag 3 mei 2010

De kunst der Tandheelkunde


Dat de kunst der tandheelkunde in Indonesië op andere wijze wordt bedreven dan in Nederland zal niemand verbazen, voor iedereen die geïnteresseerd is in deze verschillen heb ik mijn toetsenbord weer eens laten gaan. Lees voorafgaand de bijsluiter.


Mijn stage vind plaats aan de Fakultas Kedokteran Gigi (tandheelkundige faculteit) van Universitas Indonesia. Deze staatsuniversiteit staat op het gebied van tandheelkunde landelijk het hoogst aangeschreven en bied plaats voor ongeveer tachtig aankomend tandartsen per jaar. Om toegelaten te worden dien je of heel goed te presteren op de landelijke toets of heel veel te betalen.
De opleiding duurt vijf jaar waarvan de eerste drieënhalf jaar enkel preklinisch zijn en worden bekroond met een bachelor diploma. Alle ervaringen met patiënten worden in de laatste anderhalf jaar opgedaan.

De ontwikkelingsstatus van dit land is ook in de tandheelkundige faculteit direct zichtbaar wanneer je binnen treed. Financiële middelen zijn beperkt en dat zie je in alles terug. Waar wij onze vaardigheden aangeleerd krijgen op een zaal met een eigen fantoomhoofd voor iedere student is hier de laatste fantoomkaak jaren geleden uitgestorven. In plaats daarvan worden gipsmodellen uit de losse hand bewerkt om de nodige oefening te vergaren.

De onderwijs kliniek telt drie ruimten met in totaal zestig behandelstoelen van een gevarieerd bouwjaar en uiterlijk. Waar één zaal nog enigszins de indruk wekt dat de 21e eeuw nabij is tref je op de andere zalen stoelen die de oorlog nog hebben mogen mee maken. Waar wij onze behandelruimtes afscheiden van elkaar met gipswandjes op borsthoogte staan hier in zo’n zelfde ruimte twee tot drie stoelen geparkeerd. Het is niet ondenkbaar dat bij een enthousiaste behandeling speeksel, tandsteen of bloedspetters van patiënt wisselen. Überhaupt is het met de infectiepreventie slecht gesteld.

Omdat er op de behandelplek geen bureau of tafel aanwezig is staan alle instrumenten en materialen, schoon en vuil, door elkaar op het tableau van de behandelunit. Desinfectiealcohol is permanent afwezig en daarom worden alle onderdelen van de stoel die vuil kunnen worden aan het begin van de dag ingepakt in huishoudfolie. Dit omslachtig proces wordt zelden herhaald voordat de volgende patiënt de stoel betreed.
Wie zich mijn stukje over de Indonesische toiletten en de betrokkenheid van de linkerhand daarbij nog herinnerd zal misschien verontrust raken van het feit dat er in de gehele kliniek slechts één kraan met zeep is, waar het pompje vaker leeg is dan vol. Gelukkig wordt het instrumentarium wel gesteriliseerd voor gebruik, maar desondanks kan de hygiëne dus wel wat strikter. Tom zou hier een neurotische inzinking krijgen.

De behandelunits zijn krap opgezet en vertonen dikwijls technische haperingen. Met regelmaat valt de koelspray van de boor uit en de geur van verbrand tandweefsel hangt nog wel eens in de behandelzaal. Patiënten behandelen in Indonesië maakt je bewust van de luxe waarin wij in Nederland kunnen studeren en werken.
Studenten in Jakarta dienen zelf zorg te dragen voor handschoenen, mondmaskers, tissues, wattenrollen, boortjes, afdruklepels en endo-vijltjes. Patiënten voor kunstgebitten, kronen of bruggen zijn schaars omdat weinig mensen dit kunnen betalen. Dat terwijl een volledig kunstgebit hier omgerekend vierenzestig euro kost. Om toch aan de benodigde verrichtingen te komen zijn studenten genoodzaakt deze behandelingen zelf te betalen voor hun patiënten hetgeen de studiekosten nog meer opdrijven.

Wat me opvalt is dat de studenten een theoretische kennis hebben die niet heel veel verschilt van ons westers niveau. Echter door de culturele verschillen, financiële gebreken en ontwikkelingsachterstand resulteert deze kennis niet in een overeenkomstige behandeling. Zo wordt amalgaam (= grijze metalen vulling) nog regelmatig toegepast maar vaker kiest men voor glasionomeer cement (tijdelijk wit vulmateriaal) als definitieve restauratie. Het in Nijmegen zo geprijsde composiet (= tandkleurige vulling) wordt hier maar in sommige situaties toegepast. Als gevolg van de financiële restricties is de kwaliteit van het gebruikte composiet systeem laag. Daarom wordt bij ver gevorderd tandverval vrijwel altijd gekozen voor ‘inlays’, ‘onlays’ en de ‘gegoten stiftopbouw’. Technieken die hun oorsprong vonden vóór de ontwikkeling van composiet en die in Nederland sinds de opkomst van composiet rond 1970 steeds minder worden toegepast. Het kromme is dat deze methoden door de arbeidsintensieve procedures duurder zijn dan de meest geavanceerde en hoog geprijsde composieten die wij hanteren. De bezuinigingen leiden in dit voorbeeld dus tot een duurder alternatief. Dit is een bijzonder, maar niet op zichzelf staand voorbeeld van hoe ontwikkeling stagneert door het gebrek aan financiën.

angst voor naalden?

De wachtkamer

Behandel unit

sterilisatie ruimte

techniekhok

OPT-röntgen appraraat

Röntgen foto's ontwikkelen

reserve boor

Afdeling kindertandheelkunde

welterusten

vrijdag 30 april 2010

Cultuurshock van de dag

Plastic:
Om te voorkomen dat nieuwe producten verslijten of oud worden laat men het verpakkingsmateriaal er zo lang mogelijk om heen zitten. Bubbeltjes folie om autodeur portieren, meubilair in het plastic en kartonnen stoothoekjes op schilderijen...


maandag 26 april 2010

Trip Report: Thousand Islands


De naamgeving van Palau Seribu (duizend eilanden) stamt waarschijnlijk uit de tijd dat moslims nog mochten drinken. Een eilandenketen van 105 eilandjes voor de kust noordkust van Java waar de gestreste ‘Orang Jakarta’ de chaos ontvlucht.

De Porte d’Entree naar deze maagdelijke eilanden is via een gammele boot vanuit de vissershaven van Jakarta. Terwijl mijn tedere neusslijmvlies nog afsterft bij de gedachte aan de geur van de aangrenzende vismarkt ervaar ik het Noord-Afrikaans immigranten gevoel op de boot zonder reddingsvesten. Een reis van tweeënhalf uur bracht een einde aan deze sensatie en zette wij voet aan wal op Palau Tidung.

De bewoners van het eiland zijn helaas niet veel inheemser dan de gemiddelde satéroker uit Jakarta en het inmiddels bekende 'misterr misterr' heeft zich ook hier weten te nestelen. Het is enigszins treurig om te zien hoe de bewoners hun eigen eiland vervuilen, je hoeft geen bioloog te zijn om een verband te zien met de afstervende koraalriffen.

Voor de overnachting was er voor ons
een primitief maar functionele accommodatie geregeld inclusief ontbijt, barbecue en fiets om het eiland mee te verkennen. Na wat gesnorkel tussen de prachtige koraalriffen die nog niet vergaan waren en een oog-in-oog momentje met een meter lange murene werd de dag na een tropische zonsondergang afgesloten met gegrilde visjes van de barbecue en een verse kokosnoot.

Weinig te klagen dus…

















Ich bin ein kleiner matrose...

feel the island vibe...

omdat water wel kleurloos kan zijn...


dinsdag 20 april 2010

Echt Hema


Als ik word bevangen door tomeloze heimwee is redding nabij. Broodje kroket bij H.E.M.A. resto!


De 'Dutch Atmosphere' waar de menukaart naar refereert komt trouwens tot uiting via een paar bakstenen muren en brakke kantine achtige tafeltjes, lekker cheap dus, typisch Hollands...

maandag 19 april 2010

Trip Report: Singapore

Vanuit Jakarta stap je na nog geen anderhalf uur vliegen uit in Singapore dat met recht bekend staat als de westerse toegangspoort tot Azië. Bij de eerste stap buiten het budget vliegtuig is duidelijk dat Singapore als economische wereldstad niet op een houtje hoeft te bijten.

In tegenstelling tot Jakarta is alles strak geordend, schoon en efficiënt. Zoals in elke wereldstad is bouwgrond duur en gaat men dus graag in de hoogte. Ondanks dat is het geen chaos geworden maar is alles met Chinese precisie gepland. Een gedeelte voor de shopping-malls, een uitgaansgebied, een recreatie gebied, een business-district. Singapore is de natte droom van elke planoloog en met een biertje vanuit een bar in een van de hoogste hotels is 'Simcity' er niets bij.


Wat Singapore niet heeft maakt het gewoon. Bij gebrek aan een eigen geschiedenis en cultuur word van alles uit andere continenten gekopieerd, ter recreatie is in het zuiden een heel eiland opgespoten. Ruimte blijft echter schaars en door al het beton en gemaaid gras voelt het geheel een beetje aan als een pretpark. Om inwoners en toeristen te kunnen laten genieten van witte stranden en scheef geplante palmbomen nam het eiland wat zand van Indonesië. Het uitzicht op de olieraffinaderij in zee hebben ze tot op heden echter niet weg weten te poetsen en hoewel er geen enkele surfbare golf over de zee rolt heeft men ook hier een oplossing voor gevonden.


Het uitgaansgebied in Singapore is zo gesitueerd dat de rest van de stad hier geen hinder van ondervind. Afgebakend door een rivier in horizontale zin en reusachtige zonwerende parasol-achtige stellages verticaal wordt al het lawaai zoveel mogelijk ingeperkt. De keuze aan bars, cafés, lounges en clubs is royaal maar echt hard zuipen zit er voor €8,50 per biertje niet in.


Singapore kent een openbaar vervoerssysteem dat superieur is aan alle steden die ik tot op heden heb bezocht. Een schoon en vloeiend metro netwerk dat me deed denken aan Kopenhagen is haarfijn aangesloten op buslijnen en een monorail. Toegang werkt via een chipsysteem dat in tegenstelling tot onze OV-chipkaart probleemloos functioneert. Dat alles voor een zeer betaalbaar tarief. Dat mag ook wel aangezien auto’s door een beperking vanuit de overheid voor de gewone burger onbetaalbaar zijn.

Daarmee komt de schaduwzijde van deze stad aan het licht. Hoewel Singapore zichzelf presenteert als een democratie heeft in de afgelopen zestig jaar één regeringspartij eerder een autoritair regime nageleefd. Met tweeëntachtig uit vierentachtig zetels is er weinig ruimte voor oppositie en is de regeringspartij verbonden aan Temasek Holdings dat praktisch de hele stad bezit. Zo beheerst deze partij de media, de banken, het openbaar vervoer, de infrastructuur, het vastgoed, het onderwijs, de zorgsector, de telefoonproviders, alles! Politiek-afwijkende meningen worden onderdrukt en tegenstanders wordt via rechtszaken het zwijgen opgelegd. De heersende orde en lage ‘crime-rate’ zijn een gevolg van keiharde straffen. In verhouding tot het aantal inwoners heeft Singapore de grootste gevangenis ter wereld en elke woensdag worden er misdadigers geëxecuteerd. Dit alles geeft mij ondanks de superieure veiligheid een onveilig en beangstigend gevoel.
Eerlijk is eerlijk, dit regime heeft het land wel op de rails en levert een interessante discussie op over de noodzakelijkheid van democratie.


Met alle gemakken en soepele organisatie staat Singapore haaks op het inefficiënte hectische Jakarta en ondanks sommige politieke oneffenheden is het een prima bestemming om een weekendje te ontspannen.





dinsdag 13 april 2010

De Witte Javaan

Dat ik nog nooit eerder in mijn leven ‘live’ een bruiloft mee heb mogen maken valt misschien te verklaren met dat ik de oudste in mijn familie ben, of misschien nodigen mensen mij gewoon nooit uit. Eens moest toch de eerste keer zijn, en waarom dat niet meteen een traditioneel Javaanse Islamitische trouwerij. Professor dr Benny Latief , wij mogen inmiddels Ome Benny zeggen, nodigde ons uit voor de bruiloft van zijn nichtje: Heel gesellig, lekker eten, beetje drinken, heel gesellig, mooie kleren aan!

Een Javaanse bruiloft bestaat uit meerdere ceremonies die verspreid zijn over meerdere dagen. Om ons niet teveel te belasten werden wij alleen meegenomen op de laatste en belangrijkste dag. Voordat deze dag wordt afgesloten met een receptie vinden er in de twee ceremonies plaats, de eerste is de huwelijksceremonie voor de staat en de tweede voor de Islam. Vreemd genoeg mogen de ouders van de man bij beide gelegenheden niet aanwezig zijn en wordt alles, inclusief de receptie, georganiseerd door de ouders van de bruid. Balen dus als je zes dochters hebt.

Los van een sierlijk uitgedost bruidspaar, het gooien van wat rijst over en weer, het stukgooien van een ei en het knielen voor de schoonouders bestonden deze plechtigheden voornamelijk uit voor ons onverstaanbare woorden en gezang.

Indrukwekkender was de receptie, in de vroege avond. Waar wij thuis lafjes in pak komen aandraven staan de belangrijkste genodigden alhier in vol traditioneel ornaat, inclusief antieke dolk. Mooier nog was dat wij ook in dergelijke kostuums werden gehesen. Nicky kreeg een roze Kabaja aan en ik mocht me hullen in een gewaad waarvan ik de naam niet meer kan reproduceren. Hoewel ik op dat moment baalde dat ik niet in Japan stage liep en een dikke Samurai op mijn rug zou krijgen, voelde het toch wel goed om de dolk tussen mijn riem gestoken te krijgen. Als mysterieuze witte Javaan vervolgde ik de avond. Op de receptie verschenen een ruime vierhonderd man en werd vrolijk gegeten, gedronken en vooral heel veel foto’s gemaakt met het pas getrouwde stel.