Dat de kunst der tandheelkunde in Indonesië op andere wijze wordt bedreven dan in Nederland zal niemand verbazen, voor iedereen die geïnteresseerd is in deze verschillen heb ik mijn toetsenbord weer eens laten gaan. Lees voorafgaand de bijsluiter.
Mijn stage vind plaats aan de Fakultas Kedokteran Gigi (tandheelkundige faculteit) van Universitas Indonesia. Deze staatsuniversiteit staat op het gebied van tandheelkunde landelijk het hoogst aangeschreven en bied plaats voor ongeveer tachtig aankomend tandartsen per jaar. Om toegelaten te worden dien je of heel goed te presteren op de landelijke toets of heel veel te betalen.
De opleiding duurt vijf jaar waarvan de eerste drieënhalf jaar enkel preklinisch zijn en worden bekroond met een bachelor diploma. Alle ervaringen met patiënten worden in de laatste anderhalf jaar opgedaan.
De ontwikkelingsstatus van dit land is ook in de tandheelkundige faculteit direct zichtbaar wanneer je binnen treed. Financiële middelen zijn beperkt en dat zie je in alles terug. Waar wij onze vaardigheden aangeleerd krijgen op een zaal met een eigen fantoomhoofd voor iedere student is hier de laatste fantoomkaak jaren geleden uitgestorven. In plaats daarvan worden gipsmodellen uit de losse hand bewerkt om de nodige oefening te vergaren.
De onderwijs kliniek telt drie ruimten met in totaal zestig behandelstoelen van een gevarieerd bouwjaar en uiterlijk. Waar één zaal nog enigszins de indruk wekt dat de 21e eeuw nabij is tref je op de andere zalen stoelen die de oorlog nog hebben mogen mee maken. Waar wij onze behandelruimtes afscheiden van elkaar met gipswandjes op borsthoogte staan hier in zo’n zelfde ruimte twee tot drie stoelen geparkeerd. Het is niet ondenkbaar dat bij een enthousiaste behandeling speeksel, tandsteen of bloedspetters van patiënt wisselen. Überhaupt is het met de infectiepreventie slecht gesteld.
Omdat er op de behandelplek geen bureau of tafel aanwezig is staan alle instrumenten en materialen, schoon en vuil, door elkaar op het tableau van de behandelunit. Desinfectiealcohol is permanent afwezig en daarom worden alle onderdelen van de stoel die vuil kunnen worden aan het begin van de dag ingepakt in huishoudfolie.
Dit omslachtig proces wordt zelden herhaald voordat de volgende patiënt de stoel betreed.
Wie zich mijn stukje over de Indonesische toiletten en de betrokkenheid van de linkerhand daarbij nog herinnerd zal misschien verontrust raken van het feit dat er in de gehele kliniek slechts één kraan met zeep is, waar het pompje vaker leeg is dan vol. Gelukkig wordt het instrumentarium wel gesteriliseerd voor gebruik, maar desondanks kan de hygiëne dus wel wat strikter. Tom zou hier een neurotische inzinking krijgen.
De behandelunits zijn krap opgezet en vertonen dikwijls technische haperingen. Met regelmaat valt de koelspray van de boor uit en de geur van verbrand tandweefsel hangt nog wel eens in de behandelzaal. Patiënten behandelen in Indonesië maakt je bewust van de luxe waarin wij in Nederland kunnen studeren en werken.
Studenten in Jakarta dienen zelf zorg te dragen voor handschoenen, mondmaskers, tissues, wattenrollen, boortjes, afdruklepels en endo-vijltjes. Patiënten voor kunstgebitten, kronen of bruggen zijn schaars omdat weinig mensen dit kunnen betalen. Dat terwijl een volledig kunstgebit hier omgerekend vierenzestig euro kost. Om toch aan de benodigde verrichtingen te komen zijn studenten genoodzaakt deze behandelingen zelf te betalen voor hun patiënten hetgeen de studiekosten nog meer opdrijven.
Wat me opvalt is dat de studenten een theoretische kennis hebben die niet heel veel verschilt van ons westers niveau. Echter door de culturele verschillen, financiële gebreken en ontwikkelingsachterstand resulteert deze kennis niet in een overeenkomstige behandeling. Zo wordt amalgaam (= grijze metalen vulling) nog regelmatig toegepast maar vaker kiest men voor glasionomeer cement (tijdelijk wit vulmateriaal) als definitieve restauratie. Het in Nijmegen zo geprijsde composiet (= tandkleurige vulling) wordt hier maar in sommige situaties toegepast. Als gevolg van de financiële restricties is de kwaliteit van het gebruikte composiet systeem laag. Daarom wordt bij ver gevorderd tandverval vrijwel altijd gekozen voor ‘inlays’, ‘onlays’ en de ‘gegoten stiftopbouw’. Technieken die hun oorsprong vonden vóór de ontwikkeling van composiet en die in Nederland sinds de opkomst van composiet rond 1970 steeds minder worden toegepast. Het kromme is dat deze methoden door de arbeidsintensieve procedures duurder zijn dan de meest geavanceerde en hoog geprijsde composieten die wij hanteren. De bezuinigingen leiden in dit voorbeeld dus tot een duurder alternatief. Dit is een bijzonder, maar niet op zichzelf staand voorbeeld van hoe ontwikkeling stagneert door het gebrek aan financiën.
angst voor naalden? De wachtkamer Behandel unit sterilisatie ruimte
techniekhok
OPT-röntgen appraraat
Röntgen foto's ontwikkelen
reserve boorAfdeling kindertandheelkunde
welterusten